Lessen voor de Toekomst

Aan het einde van de middag leidt Milou Dijkman een levendige paneldiscussie, met de centrale hoofdvraag: hoe kunnen we de opgedane kennis, ervaring en samenwerkingen benutten om Nederland beter voor te bereiden op toekomstige pandemieën? Het panel bestaat uit diverse experts: Jildau Bouwman (TNO), Aura Timen (Radboud UMC), Anja Schreijer (PDPC), Sjaak de Gouw (vh. GGD-GHOR), en Marijn de Bruin (Radboud Universiteit).

Pandemische paraatheid: Wat verstaan we daaronder?

De discussie begint met de vraag aan het publiek: "Wat versta jij onder pandemische paraatheid?" Antwoorden variëren van "voorbereid zijn" en "veerkracht" tot "communicatie" en "data-infrastructuur". Dit geeft een brede kijk op wat essentieel is voor toekomstige paraatheid. Dijkman vraagt vervolgens het panel om hun visie in één minuut samen te vatten.

Visie in één minuut

Sjaak de Gouw geeft aan dat kennis en processen gestructureerd moeten worden, zodat mensen sneller kunnen reageren tijdens een pandemie. Hij benadrukt dat maatschappelijk en politiek draagvlak essentieel zijn. Marijn de Bruin legt de nadruk op de rol van gedragswetenschappers: "Er moet een motorblok zijn van gedragswetenschappers die studies in de gaten houden en netwerken benutten om interventies te testen en te implementeren." Anja Schreijer vult aan dat kennis, data en besluitvorming met elkaar verbonden moeten worden, waarbij ook sociaal-maatschappelijke studies worden betrokken. Aura Timen richt zich op operationele paraatheid: "We zijn klaar als we de resultaten van alle studies kunnen implementeren om beleid te maken. Duurzame financiering is hierin essentieel." Jildau Bouwman pleit voor het optimaliseren van data via machines en stelt dat er een “datacrisis-team” moet komen om data in tijden van crises effectief te benutten.

Samenwerking en taalbarrières

Jildau Bouman vraagt aan Marijn de Bruin of de samenwerking tussen het sociale en klinische domein voldoende is. De Bruin antwoordt dat dit afhangt van wie je spreekt, maar benadrukt dat gezamenlijke projecten de beste manier zijn om dezelfde taal te leren spreken. Hierop doorgaand, onderstreept Anja Schreijer dat langdurige samenwerking belangrijk is, vooral om elkaars werelden beter te begrijpen.

De Gouw brengt de lessen uit COVID-19 in herinnering. "We roepen altijd dat we meer moesten meenemen dan alleen de virusverspreiding. De focus op de R onder de 1 houden is belangrijk, maar andere factoren moeten ook worden betrokken bij het besluitvormingsproces." Aura Timen voegt daaraan toe dat er een systematiek moet komen om belangen af te wegen: "Maar ja, hoe richt je die in?"

Verslag Van Pandemie naar Pandemisch Paraat Verslag Van Pandemie naar Pandemisch Paraat Verslag Van Pandemie naar Pandemisch Paraat Verslag Van Pandemie naar Pandemisch Paraat Verslag Van Pandemie naar Pandemisch Paraat Verslag Van Pandemie naar Pandemisch Paraat Verslag Van Pandemie naar Pandemisch Paraat

Politiek en maatschappelijk draagvlak

Het panel gaat verder in op de noodzaak van politiek draagvlak. De Gouw benadrukt het belang van een langetermijnvisie en waarschuwt dat het gevoel van urgentie na verloop van tijd kan verdwijnen. "Na COVID willen mensen terug naar normaal, maar we moeten het gevoel van urgentie voor de komende 30 jaar behouden." Schreijer trekt de vergelijking met de Deltawerken: "Het zou onverstandig zijn om de pandemische voorbereidingen af te breken omdat de acute dreiging voorbij is. Structurele financiering is nodig."

Regisseur health

Wanneer Milou Dijkman de vraag stelt of een Chief Medical Officer (CMO) van belang zou zijn, reageren de panelleden instemmend. Anja Schreijer merkt op dat Nederland iemand nodig heeft met een langetermijnvisie, terwijl Aura Timen pleit voor een “regisseur health”, iemand die de waakvlam brandend houdt. Jildau Bouman benadrukt dat vertrouwen essentieel is voor zo'n positie, om het draagvlak te behouden.

Terugkijken en vooruitkijken

Ter afronding vraagt Milou Dijkman de panelleden om een blik op de toekomst te werpen: hoe ziet Nederland er over vijf jaar uit op het gebied van pandemische paraatheid? Jildau Bouwman hoopt dat data tegen die tijd optimaal worden benut en dat iedereen een rol speelt in het proces om de maatschappij te verbeteren. Aura Timen voegt daaraan toe dat pandemische paraatheid niet alleen de verantwoordelijkheid van de GGD is, maar van meerdere partijen.

Anja Schreijer benadrukt het belang van interdisciplinaire samenwerking. "Over vijf jaar hoop ik dat we de samenwerking echt van de grond hebben gekregen en dat het goed onderzocht is." Marijn de Bruin spreekt de hoop uit dat de sociale wetenschappen een robuustere kern zullen vormen, die ook buiten pandemieën scherp blijft. "We moeten manieren vinden om pandemische zaken te blijven bestuderen, zelfs als er geen pandemie is."

Sjaak de Gouw sluit af met een reflectie op de lessen van COVID-19. "De belangrijkste vraag over vijf jaar is of we hebben geleerd van onze ervaringen met COVID. We moeten laten zien dat we verbeterd hebben."

Verslag Van Pandemie naar Pandemisch Paraat Verslag Van Pandemie naar Pandemisch Paraat Verslag Van Pandemie naar Pandemisch Paraat Verslag Van Pandemie naar Pandemisch Paraat Verslag Van Pandemie naar Pandemisch Paraat Verslag Van Pandemie naar Pandemisch Paraat Verslag Van Pandemie naar Pandemisch Paraat