Virusinfecties vragen om een gezamenlijke en solidaire aanpak
De COVID-19-pandemie heeft de noodzaak voor snelle, doelgerichte wetenschappelijke samenwerking pijnlijk duidelijk gemaakt. In crisissituaties, zoals bij de uitbraak van een pandemie, is het essentieel om snel effectieve behandelingen en strategieën te ontwikkelen.
Versnellen van onderzoek
Tijdens de sessie "Onderzoek in crisissituatie" wordt dieper ingegaan op hoe wetenschappelijke netwerken en platforms, zoals TURN-COVID en InFECT-NL, hebben bijgedragen aan het versnellen van onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe antivirale middelen en vaccins. De inzichten uit deze projecten onderstrepen het belang van nationale en internationale samenwerking om ons beter voor te bereiden op toekomstige gezondheidscrises.
Overzicht initiatieven en samenwerkingen
Deze sessie, geleid door Mathieu Tjoeng (voorzitter ZonMw commissie COVID-19 programma) gaat dieper in op het onderzoek dat is uitgevoerd tijdens crisissituaties zoals de COVID-19-pandemie. De sessie biedt een overzicht van diverse initiatieven en samenwerkingsverbanden die zijn opgezet om pandemische paraatheid te vergroten, met een specifieke focus op antivirale behandelingen, vaccinatie-effectiviteit bij kwetsbare groepen en de rol van genetica bij virusuitbraken. Met deze sessie krijgen deelnemers inzicht in de laatste wetenschappelijke bevindingen en de manieren waarop onderzoek en infrastructuur kunnen bijdragen aan een betere voorbereiding op toekomstige pandemieën.
TURN-COVID: Evaluatie van nieuwe antivirale behandelingen
Joost Wiersinga trapt af met het TURN-COVID-platform, dat is opgezet om nieuwe antivirale behandelingen voor COVID-19 snel te evalueren op effectiviteit, veiligheid en kosten. Met de deelname van 23 ziekenhuizen monitort het platform de uitkomsten van therapieën, waaronder bekende antivirale middelen zoals remdesivir en nieuwere medicijnen zoals Paxlovid: "Als er samenwerking is en voldoende budget, zien we dat nieuwe therapieën snel ontwikkeld worden. Maar de vraag is altijd: werken die middelen ook?" legt Wiersinga uit. Zoals bij het zojuist genoemde Paxlovid, dat in Amerika snel werd toegelaten en toen een indrukwekkende reductie van 89% in ziekenhuisopnames liet zien. In Nederland duurde het langer voordat het middel werd goedgekeurd, maar na die langere periode rees de vraag of zo’n therapie wel kosteneffectief zou zijn en daarbij was er zicht op een 'rebound-syndroom', waarbij symptomen terugkeren na de behandeling.
Snel ontwikkelen, voortdurend evalueren
Wiersinga noemt ook de casus van een patiënt die 613 dagen een persistente COVID-19-infectie had, waarbij 50 mutaties in het virus werden ontdekt. Dit illustreert de uitdagingen van langdurige infecties bij immuungecompromitteerde patiënten, waarbij resistentie tegen behandelingen kan ontstaan. Wiersinga benadrukt de waarde van internationale samenwerking en real-time monitoring: "De pandemie laat zien hoe belangrijk het is om nieuwe behandelingen niet alleen snel te ontwikkelen, maar ook voortdurend te evalueren op effectiviteit en veiligheid. TURN-COVID speelt hierin een rol." Momenteel onderzoekt het platform de ontwikkeling van antivirale middelen die mogelijk geen booster nodig hebben en of ze symptomen kunnen verminderen.
Vaccinatie-uitdagingen bij long- en niertransplantatiepatiënten
Jan-Stephan Sanders en Coretta van Leer-Buter bespreken de uitdagingen die COVID-19-vaccinaties met zich meebrengen voor long- en niertransplantatiepatiënten. Deze patiënten hebben door hun verzwakte immuunsysteem een verhoogd risico op ernstige complicaties bij een COVID-19-infectie.
De RECOVAC-studie, gericht op niertransplantatiepatiënten, toonde aanvankelijk een lage immuunrespons op vaccinaties. Slechts 57% van de patiënten ontwikkelde antistoffen na twee vaccinaties. "Dit was zorgwekkend, maar gelukkig zagen we verbetering na herhaalde vaccinatie," vertelt Dr. Sanders. "Na drie vaccinaties steeg het percentage patiënten dat antistoffen ontwikkelde naar 80%, en na vier vaccinaties zelfs naar 90%." Toch blijft er een kleine groep patiënten die zelfs na meerdere vaccinaties geen adequate immuunrespons ontwikkelt.
Non-responders
De COVALENT-studie, die zich richt op longtransplantatiepatiënten, had vergelijkbare uitdagingen. Slechts 12% van deze patiënten ontwikkelde antistoffen na twee vaccinaties. "Longtransplantatiepatiënten gebruiken hoge doses immuunsuppressieve medicatie, wat de immuunrespons onderdrukt," legt Dr. Van Leer-Buter uit. Herhaalde vaccinatie toonde verbetering, waarbij het percentage patiënten met antistoffen na drie vaccinaties steeg naar 40%. "Toch blijft er een groep non-responders over," zegt Van Leer-Butler. Een uniek aspect van de COVALENT-studie was het monitoren van de longfunctie. "Door de longfunctie te meten, konden we beter begrijpen hoe COVID-19 de gezondheid van longtransplantatiepatiënten beïnvloedde," aldus Van Leer-Butler.
Beide sprekers benadrukken de noodzaak van voortdurende monitoring en samenwerking om deze kwetsbare groepen beter te beschermen tijdens toekomstige pandemieën.
Virusgenetica en pandemische paraatheid
Marion Koopmans bespreekt de cruciale rol van sequencing in de aanpak van virale uitbraken. Ze benadrukt hoe real-time sequencing, wat nu standaard is (destijds bij eerdere uitbraken zoals Zika en Ebola wel al ingezet werd), tijdens de covid-pandemie nog een noviteit was. "Bij COVID-19 hebben we dit vanaf het begin opgezet," legt Koopmans uit. Ze benadrukt hoe belangrijk het was om snel te begrijpen hoe het virus zich verspreidde. "Een week na de eerste gevallen in Nederland, zagen we al dat er een verscheidenheid aan virussen onder de radar aanwezig was. Dit was cruciale informatie voor de besluitvorming rond de eerste lockdown.”
Transmissieroutes
Koopmans legt verder uit dat een grote uitdaging destijds was om de transmissieroutes te achterhalen. Vragen zoals of zorgpersoneel binnen of buiten het ziekenhuis werd geïnfecteerd, en de rol van ventilatie in de verspreiding, zorgden voor veel discussie. "We konden bewijzen dat infecties niet in ziekenhuizen plaatsvonden, maar buiten de deur. Dit gold ook voor slachthuizen, waar we ontdekten dat de verspreiding te maken had met de werklocatie, en niet met de huisvesting."
Bottleneck: delen van data
Ze wijst ook op het belang van phenotypische viruskarakterisatie: "Bij ons op de afdeling hebben we een gestandaardiseerde manier ontwikkeld om de verschillen tussen virussen te onderzoeken, inclusief dierstudies en immunologische studies." Dit soort werk, zegt Koopmans, gebeurt niet alleen in Nederland, maar wereldwijd in samenwerking met experts. Deze internationale samenwerking blijft essentieel voor het duiden van virusmutaties en het aanpassen van vaccins.
Ten slotte deelt Koopmans lessen voor de toekomst: "Sequencing is niet meer weg te denken als vast onderdeel van pandemische paraatheid. Maar de bottleneck blijft het delen van data." Het voorspellen van eigenschappen op basis van sequentiedata en dus het uitbreken van een pandemie vóór zijn, is een van de belangrijke doelen voor toekomstig onderzoek.
InFECT-NL: Academische innovatie voor infectieziekten
Meta Roestenberg presenteert het InFECT-NL platform, dat gericht is op het versnellen van de ontwikkeling van nieuwe behandelingen tegen infectieziekten. Ze benadrukt dat de markt voor deze ziektes vaak onaantrekkelijk is voor farmaceutische bedrijven, vooral wanneer het betrekking heeft op arme populaties. "We hebben te maken met veel infectieziekten waar nog geen vaccins voor zijn, maar waarvan de productie economisch niet interessant is. De ontwikkeling van antibiotica om in de voorraad te houden, is ook onaantrekkelijk," legt Roestenberg uit.
InFECT-NL wil hier verandering in brengen door een netwerk van academische en industriële partners op te zetten, gericht op maatschappelijke in plaats van economische doelen. "Onze visie is om onze krachten te bundelen. Sneller en goedkoper, en meer gericht op maatschappelijke impact," aldus Roestenberg.
Controlled infection
Een belangrijk onderdeel van het platform is academische innovatie, waarbij Nederland vooroploopt in het gebruik van zogeheten "controlled human infection studies." Dit zijn studies waarbij proefpersonen op gecontroleerde wijze worden blootgesteld aan een ziekteverwekker om de effectiviteit van behandelingen te testen. "We hebben in Nederland een sterk academisch netwerk, wat ons in staat stelt om dit soort onderzoek snel en effectief uit te voeren," vertelt Roestenberg.
Het platform streeft ook naar operationele excellentie. Een belangrijke les van de pandemie is dat onderzoekslocaties open moeten blijven, zelfs tijdens een crisis. InFECT-NL werkt daarom aan een faciliteit die, zelfs in pandemische tijden, operationeel blijft om snel nieuwe behandelingen te testen. "Samenwerking is cruciaal, zoals we vandaag al meerdere keren hebben gehoord. Het verbinden van publieke en private partijen is de sleutel tot wereldwijde impact."
Tot slot
Aan het einde van de sessie gaan de sprekers met elkaar en de deelnemers in gesprek. Koopmans benadrukt de noodzaak om internationale verantwoordelijkheid te nemen: "Bij een probleem zoals Mpox moeten we nadenken over hoe we als Nederland kunnen bijdragen, ook al lijkt het probleem zich elders voor te doen." De andere sprekers sluiten zich hierbij aan.
Meta Roestenberg sluit af met een krachtige boodschap: "Als je als wereld een gemeenschappelijk probleem hebt: hoe verdeel je dan de taken? De daaropvolgende vraag moet dan zijn: Waar zijn we in Nederland goed in? En niet: waar hebben we in Nederland last van? Want dat is sowieso met virusinfecties, het is een solidariteitsprobleem. Virusinfecties vragen om een gezamenlijke en solidaire aanpak."
Deze slotgedachten benadrukken dat internationale samenwerking en solidariteit essentieel zijn om toekomstige pandemieën het hoofd te bieden.
• De presentaties zijn beschikbaar op de website van ZonMw Congres van pandemie naar pandemisch paraat | ZonMw